zondag 30 september 2012

Ontkrachte vooroordelen

Het is alweer twee weken geleden dat ik hier voor het laatst berichtte uit Charleston. Het heeft zo lang geduurd doordat ik – echt waar – de laatste weken steeds meer aan het studeren ben. Ik heb al een aantal essays moeten schrijven, ik heb een aantal tentamens gehad (morgen weer…) en het leeswerk wordt er ondertussen niet minder op. Voor donderdag moet ik bijvoorbeeld een boek over de presidentsverkiezingen van 1996 lezen en een analyse van de campagnestrategieën van de kandidaten schrijven. Best leuk om te doen, maar het vreet ook veel tijd.

De werkdruk was dus even wennen, maar ik houd gelukkig nog wel genoeg tijd over voor andere (leuke) dingen. Vrijdag ben ik bijvoorbeeld voor het eerst naar een ijshockey wedstrijd geweest samen met andere uitwisselingsstudenten. Dat was inclusief Amerikaans volklied, patat met kaassaus, vechtpartijtjes tussen de teams en met de scheids, en overdreven schreeuwende fans. En ja, het was IJShockey, en ja, ik was zo slim om in zomerse outfit (slippers, korte broek, t-shirt) naar de wedstrijd te gaan. Het weerhield me er niet van een paar foto’s te maken. Eentje daarvan staat onderaan dit bericht. 

Duidelijke moge zijn dat dit blog bijhouden nu wel op een iets minder prominente plek op m’n to-do lijstje komt, al zal ik proberen om regelmatig stukjes te blijven schrijven. 

Iets anders dat me behoorlijk wat tijd kost, is sporten. In Groningen ging ik altijd wel een paar keer per week fitnessen, wat ik hier op de campus ook doe, maar daarnaast trek ik nu ook baantjes in ’t zwembad. Twee á drie keer per week lig ik in het zwembad, waarvan ik heb ontdekt dat ik het een stuk leuker vind dan hardlopen. Van het zwembad en de fitnessruimtes kan ik gratis gebruik maken, ideaal dus. Voorkomt bovendien de extra hamburgerkilootjes. 

Over sporten gesproken; opvallend genoeg sporten de meeste Amerikaanse studenten eigenlijk ook wel. De meeste gaan wel eens fitnessen of doen Zumba, of zitten bij een teamsport. Ze maken gretig gebruik van de goede en goedkope faciliteiten die de College aanbiedt. Ze eten misschien wat ongezonder dan ik gewend ben, maar veel dikke studenten lopen er niet rond op de campus. Een vooroordeel dat grotendeels ontkracht is dus. Maar zoals bij al m'n 'waarnemeningen' geldt ook hier: deze campus is natuurlijk niet bepaald een voorbeeld van de hele V.S. Neem m'n generaliseringen dus maar met een flinke korrel zout. 

In m’n vorige blogpost zei ik dat Amerikanen weinig op hun cijfers hoeven te letten op de middelbare school; als hun ouders genoeg geld hebben komen ze toch wel op een goede universiteit. Ook heb je in het hoger onderwijs in de V.S. geen niveau verschillen, zoals MBO, HBO en WO in Nederland. Iedereen met genoeg geld en/of goede resultaten wordt bij elkaar gestopt (al gaan de rijkste en slimste wel naar hoger aangeschreven universiteiten) wat er voor zorgt dat er ook studenten op de campus rondlopen die niet al te snugger zijn. Wat echter wel opvalt (en nu komt dus het positieve) is dat er in de lessen veel meer discussie is. Als de leraar iets vraagt, worden er ook daadwerkelijk meerdere antwoorden gegeven. Dat zijn niet altijd de goede antwoorden, maar studenten zijn hier in ieder geval wel veel meer bereid om echt fanatiek mee te doen tijdens college. 

Iets anders positiefs is dat bij bijna elke gelegenheid gratis (!!!) eten wordt aangeboden. Studentenverenigingen hebben bij bijna elke gelegenheid FREE FOOD. Afgelopen week ging ik bijvoorbeeld naar een filmavond, waar ze mensen probeerden te lokken met o.a. gratis nachochips. En donderdag was er een evenement georganiseerd waar studenten zich konden registreren om bij de presidentsverkiezing te gaan stemmen (als je wilt stemmen in de VS moet je geregistreerd zijn). Om maar zoveel mogelijk registraties te krijgen was er free pizza voor iedereen. Ik noem het pizzademocratie.  

Nog iets opmerkelijk positiefs: er wordt veel gefietst op de campus. Zeker studenten die buiten de campus wonen hebben bijna allemaal een fiets. Er wordt hier niet zo massaal gefietst als in Nederland, maar zeker meer dan ik had verwacht. 

Een vooroordeel dat ik had voordat ik naar de VS ging was dat vrijwel alle FOX News kijkers idioten zijn. Blijkt best mee te vallen. Ook voor veel studenten is FOX een belangrijke nieuwsbron, maar al die studenten zijn echt niet achterlijk. Bij het vak Political Campaign Communication zijn er regelmatig discussies waarbij de Republikeinse FOX kijkers met goede argumenten komen. En ook als ze het met FOX' standpunten eens zijn beseffen ze meestal wel dat FOX vooringenomen is. 

Wat ik eigenlijk al wel verwachte wordt steeds meer bevestigd: voor een goed beeld van Amerikanen en de Amerikaanse samenleving moet je niet té veel waarde hechten aan vooroordelen. 

Daar hou ik het bij voor vandaag! Hieronder nog een kleine selectie foto's van de laatste tijd. Voor wat meer foto’s kun je natuurlijk terecht op m’n facebookpagina.


Ijshockey tegen de Tar Heels (in 't blauw) van de University of North Carolina. Natuurlijk wonnen we: 6-2. (geen idee waarom de Canadese vlag er hangt trouwens)

Gisteren ben ik naar een optreden geweest van twee leuke bandjes. De band op de foto heet Royal Teeth. Erg opzwepende muziek. met trommels en rondspringende bandleden.

Het tweede bandje heette Heyrocco. De band bestaande uit drie leden en één veel te strakke broek was iets minder opzwepend maar zeker niet minder goed.  


Voor 't eerst gezeild :)




Het is hier nog een graadje of 30, dus vorige week gingen we naar 't strand.




maandag 17 september 2012

American Pie

Vandaag is het in de V.S. Constitution Day. Op 17 september 1787 ondertekende de Consitutional Convention de grondwet die de Amerikaanse federale regering vorm gaf. Dat document - dat in de hedendaagse politiek nog steeds erg veel (symbolische) waarde heeft - wordt vandaag herdacht. Veel Amerikanen zien de grondwet en de later toegevoegde Bill of Rights, waarin de rechten van de burger worden uiteengezet, als het bestaansrecht van de Verenigde Staten met principes waarvan niet afgeweken mag worden. Andere, over het algemeen wat meer progressieve, Amerikanen zien de constitutie meer als een verzameling idealen die, met de tijdsgeest in het achterhoofd, vrij geïnterpreteerd dienen te worden. Vrijwel geen enkele Amerikaan zal echter ontkennen dat hun grondwet van groot belang is geweest bij het vormen van de natie na het afschudden van de Engelse overheersing. Daarom wordt de ondertekening van dit document nog elk jaar herdacht.

Tot zover het educatieve gedeelte. Vandaag wil ik het eigenlijk hebben over een aantal stereotiepe ideeën die Nederlanders hebben over Amerikanen. Het stereotiepe beeld dat Amerikanen erg veel waarde hechten aan hun grondwet klopt. En wat betreft de stereotypen over het Amerikaanse studentenleven? Eigenlijk klopt dat ook wel redelijk, maar niet altijd.

Nederlanders kennen het Amerikaanse studentenleven vooral van slechte komedies zoals American Pie. Seks, stiekem bier drinken en American Football vormen het erg beperkte stereotiepe beeld. Het Amerikaanse studentenleven omvat veel meer dan dat. Al kloppen veel van de vooroordelen wel.

Het uitgaansleven is eigenlijk precies zoals ik verwacht had. Als je nog geen 21 bent en geen fake identiteitskaart hebt, en je dus nog niet legaal alcohol mag drinken of überhaupt een bar in mag, ga je op zaterdagavond van huisfeest naar huisfeest. Je wordt er niet uitgenodigd, je gaat er gewoon naartoe als je weet dat er bekenden zijn en er genoeg bier is. Meestal wordt er uit rode bekers gedronken en er is standaard een beerpong tafel. De feesten zijn gelukkig niet van die seks- en drugs orgies zoals in veel films, maar verder kloppen de stereotiepen vrij goed.  

Een ander stereotiepe opvatting is dat alle Amerikaanse studenten op de campus rijke ouders hebben.  Ook dat klopt wel redelijk. In Amerika zijn cijfers nauwelijks een vereiste om te mogen studeren, je moet gewoon het collegegeld kunnen betalen. Het feit dat alleen jongeren uit de midden- en hoge klassen kunnen studeren, maakt studeren in de VS nogal een eliteaangelegenheid. Bovendien is het niveau van de vakken wat lager, aangezien kennis minder een vereiste is. En ja, er zijn ook veel studenten die alleen maar studeren zodat ze in het universiteitsteam mogen spelen. Bij de beste atleten zien leraren veel door de vingers om deze sporters te laten slagen voor hun vakken. Goede resultaten in de competities levert de universiteit namelijk veel naamsbekendheid en geld op.  

Een ander stereotiep beeld was het introductiefeestje in de basketbalarena, waar ik eerder al over vertelde. Voor mijn gevoel straalde dit beeld, inclusief mascotte op het podium, erg veel highschool uit.


Ook de stoel-tafel combinaties in de collegelokalen doen me erg aan Amerikaanse highschools denken:


In een van m’n andere eerdere stukjes vertelde ik dat de studenten hier van makkelijk eten houden. Niet koken, maar eten bij een restaurant op de campus is de standaard. Die restaurants bieden aan studenten onbeperkt eten aan voor een betaalbaar bedrag. Veel makkelijker dan elke dag boodschappen doen, wat hier ook nog eens erg duur is. Vooral verse producten zijn belachelijk hoog geprijsd, zeker als je het vergelijkt met kant-en-klare troep. Een komkommer kost bijvoorbeeld zo’n drie dollar, een krop ijsbergsla twee vijftig. Voor al die rijke studenten zou het echter geen probleem moeten zijn. Toch kiezen studenten hier voor het gemak, en kiezen bij de lopende buffetten ook nog eens voor de calorierijke opties. Het beeld van ongezonde Amerikanen is voor mij dus bevestigd.

Iets anders dat je altijd ziet bij Amerikaanse films die zich op een campus afspelen, zijn de Fraternities en Sororities. Samengevat zijn het een soort kleine studentenverenigingen waar het draait om bier drinken en netwerken. Ze zijn allemaal vernoemd naar Griekse letters, zoals Phi Beta Kappa en Alpha Phi Omega, wat afkortingen zijn die respectievelijk staan voor “Love of learning is the guide of life” en “Be a Leader, Be a Friend, Be of Service.” Status is er erg belangrijk, meer nog dan bij Nederlandse studentenverenigingen.

Tot nu toe zijn voor mij veel stereotiepen bevestigd. Toch bleken ook veel van mijn vooroordelen niet te kloppen, en de stereotiepen gaan voor lang alle studenten niet op. Maaaar m’n stukje wordt al veel te lang, dus daar kom ik later nog wel een keer op.

PS: Sommige van jullie klaagden dat ze niet weten hoe ze op m’n blog moeten reageren. Ik heb de instellingen zodanig verandert dat je nu ook anoniem kunt reageren en je dus geen profiel aan hoeft te maken. Typ je reactie in het witte vak onder een bericht, en selecteer ‘anoniem’ bij ‘reageer als.’ Moet je je naam er wel even bij typen. Dus als je nog een vooroordeel over Amerikaanse studenten hebt die je graag ‘ge-factcheckt’ wilt hebben, vraag maar raak!

donderdag 13 september 2012

Boeken en vakken

Het is vandaag precies een maand geleden dat ik vertrok uit Nederland. Eerst een weekje New York en daarna werd ik – hup – het Amerikaanse studentenleven in gegooid. Zaterdagavond kwam ik in Charleston aan, maandag was er een korte introductiedag en dinsdag begonnen de eerste colleges al. En ik had natuurlijk nog geen boeken. Gelukkig raadden andere studenten ons aan om te wachten met boeken kopen, omdat je na de eerste colleges nog van vak kunt wisselen, mocht je dat willen. Ik besloot uiteindelijk alle vakken te houden en dus kon ik boeken gaan kopen. Sommige had ik gelijk nodig dus die kocht ik bij de boekenwinkel op de campus, andere boeken kon ik goedkoper lenen via de site Chegg of nóg goedkoper kopen via Amazon. Na zo’n twee weken had ik al m’n boeken binnen:

Ik was zelf ook onder de indruk van m'n Paint skills...
Inmiddels zijn we aan ongeveer de helft van deze stapel begonnen. Sommige boeken zijn wat schoolser dan andere, maar over het algemeen is de stof erg interessant. Ook de colleges zijn tot nu zeker niet saai te noemen. Bij alle colleges zit ik bij zo’n twintig tot dertig studenten in een klas. De leraren stellen veel meer vragen aan de klas dan ik in Nederland gewend ben, en er is dan ook veel meer interactie tussen de leraar en studenten. Ik merk vaak dat ik wat minder voorkennis heb, aangezien de meeste klasgenoten Political Science (politicologie) studeren, maar over het algemeen kan ik goed met de discussie meekomen. Ik zal hieronder de vier vakken doornemen:

Political Campaign Communication
Dit vak gaat over moderne Amerikaanse presidentscampagnes. De campagnes sinds 1960 worden behandeld, waarbij het vak zich vooral richt op het communicatieve gedeelte van campagnes. Zo hebben we het over campagneretoriek, tv-spotjes, en tactieken die kandidaten gebruiken. De leraar van dit vak is een jonge man die moderne technieken en media begrijpt, en elk college heeft hij dan ook een flitsende Prezi (soort hippere Powerpoint) presentatie. Hij vraagt veel naar de mening van de klas en laat ons regelmatig groepsopdrachten tijdens college doen. De twee colleges per week duren vijfenzeventig minuten. De andere vakken heb ik drie keer per week, maar die colleges duren maar vijftig minuten, wat eigenlijk te kort is. Het werk voor dit vak is goed bij te houden en bovendien zijn de boeken en andere teksten erg interessant.

Third Parties in American Politics
In de V.S. maken de Democratische en de Republikeinse partijen de dienst uit. Third Parties in American Politics behandeld andere partijen in het Amerikaanse stelsel, zoals de Green Party en de Libertarian Party. Het boek dat we voor dit vak het meeste gebruiken, is geschreven door de leraar zelf. Hij weet dus veel over het onderwerp, maar hij is ook wel enigszins vooringenomen. Hij vindt dat derde partijen in het Amerikaanse stelsel worden gediscrimineerd, en in de colleges hebben we het dan ook vooral over de verschillende oneerlijkheden in het stelsel die ervoor zorgen dat derde partijen eigenlijk geen kans hebben om ooit hoog te scoren bij verkiezingen. Ik vind ’t vak erg leuk, vooral omdat de oude leraar veel anekdotes verteld die eigenlijk weinig met het vak te maken hebben maar wel erg boeiend zijn om naar te luisteren. Bovendien is de werkdruk voor Third Parties relatief laag.

American Foreign Policy Process
De meeste stress zal van dit vak komen. Behalve hoofdstukken uit de drie boeken eist de leraar dat we wekelijks een flink aantal extra teksten lezen. Al die teksten zijn erg interessant, maar doordat het er zoveel zijn verveelt het lezen op den duur. De intentie van dit vak is om te beschrijven hoe het Amerikaanse buitenlandbeleid tot stand komt. Wie zijn bij het proces betrokken, wat is de rol van de president, zijn er patronen in het Amerikaanse beleid te vinden, enzovoort. Het vak focust zich vooral op de twintigste en eenentwintigste eeuw, aangezien de V.S. voor die tijd vooral in zichzelf was gekeerd en het land nog maar een kleine rol speelde op het wereldtoneel. De colleges voor dit vak zijn leuk, maar nogal haastig doordat er zoveel behandeld moet worden in slechts drie keer vijftig minuten per week.

The Congress
Dit vak gaat over, verrassing, het Amerikaanse Congres. De Amerikaanse overheid is netjes in drie machten verdeeld, waarbij het Congres de wetgevende macht heeft. Het orgaan bestaat uit de Senate en het House of Representatives, vergelijkbaar met onze eerste en tweede kamer. Het vak behandeld de geschiedenis, de interne structuur en de functies van het Congres. Tot nu toe bestaan de colleges uit droge uitleg, al weet de leraar het redelijk leuk te brengen. Het vak is niet super interessant, maar dat wordt gelukkig een beetje gecompenseerd doordat de werkdruk niet zo hoog is. Voor The Congress moeten we zo nu en dan wat op een klas-blog schrijven. Een originele aanpak en het is bovendien makkelijker dan een heel essay schrijven.     

zondag 9 september 2012

De stad en de campus

Voor de lezers die niet precies weten waarom ik momenteel aan de College of Charleston studeer en waarom in vredesnaam niet aan Harvard, even een korte uitleg: Alle tweedejaars (nu derdejaars) studenten American Studies konden zich aanmelden om een semester in de VS te studeren. Er waren zes universiteiten waarmee de RUG een uitwisselingsverband had en waaruit je je voorkeur aan kon geven (bij mij stond Charleston op de eerste plaats). Op basis van enkele criteria (vooral je cijfers...) koos de examencommissie vijftien studenten die naar de VS mochten. Ook wees de examencommissie voor elk van die vijftien een universiteit toe, en ik had het geluk dat ik inderdaad de College of Charleston kreeg 'toegewezen.' 

Maar waarom was m'n eerste keus Charleston? Daar heb ik lang over na moeten denken en ik ga nu niet alle voors en tegens van de zes universiteiten opsommen. Wel wil ik het hebben over één van de redenen: Charleston is een erg mooie stad. In 2011 werd het door het reismagazine Condé Nast verkozen tot "beste stad" in de Verenigde Staten, met San Fransisco op nummer 2. Objectief kan zo'n verkiezing nooit zijn, maar na een paar weken in Charleston begrijp ik de topnotering wel. Behalve dat het aan de kust ligt en er overal palmbomen zijn, is downtown Charleston vooral zo mooi door het historische centrum met allerlei oude, goed onderhouden gebouwen. Even een paar gegooglede foto's van de stad om dit toeristische promo-tekstje helemaal af te maken:





Zoals ik met foto's in eerdere berichten al heb proberen te laten zien; ook de campus is erg mooi. Bovendien is de campus erg compact waardoor alle gebouwen op loopafstand zijn. Hier een link naar een geinig plattegrondje van de campus. Naar sommige nummers op de plattegrond zal ik zo refereren. Ik heb al een boel foto's genomen op de campus, hieronder een selectie. (klik op foto voor groter)

Achter de boom is de ingang naar gebouw nummer 101; George Street Apartments, waar ik mijn kamer heb.
Poort tussen nr. 28 en 40 op de kaart.
Gebouw 23: Robert Scott Small Building. Hier heb ik sommige van mijn colleges.  In het gebouw er tegenover, Maybank Hall (nr. 26), heb ik de rest van mijn colleges. Linksonder op de foto zie je spandoeken van Fraternities (soort studentenverenigingen) die reclame voor zichzelf maken. 
Rechts gebouw 40: Randolph Hall. Dit is het indrukwekkendste en meest kenmerkende gebouw van de campus.  Links gebouw 41: Towell Library. 
Gebouw nr. 31, voor kunst, muziek, theater en andere linkse hobby's 
Jawel, fietsen! Die zijn er eigenlijk best wel veel hier. Het leuke torentje ligt op de kaart tussen nummer 13 (de universiteitsbibliotheek, waar ik tot  nu toe vooral veel geprint heb) en nummer 50.
Poort bij het Robert Scott Small Building (rechts) en Maybank Hall (links)
En last but not least; een koddig hangend eekhoorntje :)

zondag 2 september 2012

Amerikaanse Dingetjes

Als je in Amerika bent, merk je dat gelijk. In restaurants zijn de porties groter, overal hangt de Amerikaanse vlag en er lopen veel zwaarlijvige mensen rond. Maar er is meer. Hier een paar compleet willekeurige dingetjes die mij opvielen:

Waste disposal
Amerikaanse keukens hebben waste disposals. In één van de twee wasbakken zit niet een normaal afvoerputje, maar een gat waar behalve water ook voedselresten in kunnen. Het ding vermaalt de resten tot pulp, waardoor het met het afvalwater mee het riool in kan. Geen idee waarom we zoiets handigs niet overal in Nederland hebben.

Refills
Bij restaurants in de VS is het gebruikelijk dat niet-alcoholische drankjes gratis worden bijgevuld. Drankjes zijn meestal ook nog een stuk goedkoper dan bij ons. Je wordt hier dus niet, zoals in Nederland, ‘genaaid’ op de drankjes. Behalve als je een wijntje of biertje wilt dus, dan moet je voor elke consumptie betalen en bovendien moet je

21 zijn om alcohol te mogen drinken
Ik wist dat al wel, maar toch is het een raar beeld in een restaurant. Waar in een Nederlands restaurant waar veel studenten komen alle tafels vol staan met flesjes bier en glazen wijn, zijn in de VS grote bekers frisdrank de standaard. Ook mag je onder de 21 vaak niet eens naar binnen bij kroegen en clubs waar alcohol wordt geschonken. Heel veel studenten hebben vervalste ID-kaarten om dit probleem te omzeilen, of drinken zich lam bij iemand thuis voordat ze uitgaan.

“How are you?”
Ik heb inmiddels geleerd om mensen altijd te begroeten met “How are you?” Een simpele “hey” wordt vaak als onbeleefd beschouwd. Zelfs met de caissière bij een supermarkt moet er het volgende gesprekje gevoerd worden: “Hello how are you?” “Good, thanks, how are you?” “Fine, thank you!” Waarna het gesprek is afgelopen en de caissière onverstoord met het scannen doorgaat.

Veeeeeeeel Starbucks
Amerika stikt van de Starbucks. Waar ik eigenlijk vooral veel McDonald’s en Burger Kings verwachtte, zat er in New York op een minuut lopen van elke willekeurige plek een Starbucks. Ook in Charleston hebben we er een paar, waar ze een groot deel van de drankjes gratis bijvullen. J


Elektriciteitspalen
In de meeste landen is het elektriciteitsnet in steden voor een veel groter deel bovengronds aangelegd dan in Nederland. Van de Verenigde Staten had ik dat eigenlijk niet verwacht. Toch zijn er ook in Charleston veel elektriciteitspalen die de straataanzichten verpesten, of het uitzicht vanuit mijn kamer: